Ik heb iets te verbergen

Vorige week heb ik WhatsApp volledig vervangen door Signal en dat heeft een hoop reacties opgeleverd. “Waarom zo extreem?” en “Wat heb jij nu te verbergen?” Dat laatste is een vraag die ik graag beantwoord.

Stel je voor…
Er loopt iemand achter je aan. De hele dag. Ze noteren waar je heen gaat, wie je spreekt, wat je koopt, welke boeken je bekijkt en zelfs welke kant je op kijkt als je ergens staat te wachten.
Zou je dat oké vinden?
Waarschijnlijk niet.

En toch… precies dát gebeurt er elke dag online. Alleen merk je het niet, omdat het geen persoon met een notitieboekje is, maar een reeks apps, websites en algoritmes.


“Ik heb niets te verbergen” – echt?

Wanneer ik het onderwerp privacy aansnijd – of dat nu tijdens een vorming op het werk is, of aan de keukentafel bij vrienden – hoor ik vaak dezelfde reacties. Soms wordt er wat gelachen, soms zie ik een blik van “daar gaan we weer”.

“Ze weten toch alles al.”
“Je kunt er toch niks aan veranderen.”
En heel vaak: “Ik heb niets te verbergen.”

Het zijn zinnen die ik zó vaak heb gehoord, dat ik bijna kan voorspellen wanneer ze gaan vallen. Maar hoe vaker ik ze hoor, hoe duidelijker het wordt dat ze vooral een makkelijke manier zijn om het gesprek te stoppen.

Want eerlijk: niemand heeft écht niets te verbergen. Jij niet. Ik ook niet. We hebben allemaal dingen die we liever voor onszelf houden – niet omdat het grootse geheimen zijn, maar omdat ze gewoon privé zijn. Soms gaat het om gevoelige informatie, soms om kleine, onschuldige momenten. Maar juist die kleine dingen, bij elkaar opgeteld, vertellen meer over ons dan we denken.


Je laat meer achter dan je denkt

Ik ben geen beroemdheid of iemand met een geheim leven. Mijn agenda ziet er wellicht hetzelfde uit als veel van mijn leeftijdsgenoten: werk, gezin, sociale dingen en natuurlijk ook af en toe even tijd voor mezelf. Net als iedereen probeer ik mijn draai te vinden tussen al die verschillende ballen die ik hoog moet houden.

Ik doe best mijn best om bewust met mijn gegevens om te gaan. Ik gebruik Google nog maar zelden, ik schakel locatiegegevens standaard uit, en ik probeer kritisch te zijn over welke apps ik installeer en welke toestemmingen ik geef.

Maar zelfs dan laat ik, zonder dat ik er altijd bij stilsta, toch een digitaal spoor achter. Kleine stukjes data, verspreid over allerlei plekken:
– foto’s die metadata bevatten,
– berichten in apps,
– online aankopen,
– inlogmomenten,
– het gebruik van wifi-netwerken,
– …

Op zichzelf lijken die dingen onbelangrijk. Maar bij elkaar vormen ze nog steeds een verrassend compleet plaatje van mijn leven: waar ik ben geweest, met wie ik contact heb, hoe mijn dagen eruitzien. Zelfs als je bewust probeert te beperken wat je deelt, blijft er altijd iets achter. En dat “iets” is vaak meer dan je denkt.


Het gaat niet alleen om mij

Mijn online keuzes hebben ook invloed op anderen. Een foto die ik plaats, kan het gezicht van iemand anders bevatten. Een groepschat kan onbedoeld persoonlijke details van vrienden of collega’s verraden. Zelfs een simpele check-in op sociale media kan informatie prijsgeven over waar mijn kinderen zijn.

Zorgvuldigheid online is dus niet alleen zelfbescherming – het is ook respect voor de privacy van de mensen om je heen.


De privacyparadox: wat we zeggen vs. wat we doen

We zeggen dat we privacy belangrijk vinden. Maar ons gedrag vertelt vaak een ander verhaal. Dit heet de privacyparadox.

In het echte leven beschermen we onszelf automatisch.

We laten de brievenbus niet openstaan zodat iedereen onze post kan lezen.

We fluisteren onze pincode, we roepen hem niet door de supermarkt.

We hangen geen briefje aan de deur: “We zijn dit weekend weg, kom gerust langs.”

Maar online? Dan doen we vaak precies het tegenovergestelde. We posten vakantiefoto’s terwijl we weg zijn. We klikken zonder te lezen op “Akkoord met voorwaarden”. We geven apps toestemming om ons 24/7 te volgen, soms tot op de meter nauwkeurig.


Niet uit angst, maar uit zorg

Mijn keuzes komen niet voort uit paranoia, en ik geloof niet in grote complotten. Het gaat om zorg. Zorg voor mijn eigen gegevens, maar ook voor die van mijn gezin, vrienden en iedereen die deel uitmaakt van mijn leven.

En laat ik dit duidelijk zeggen: bezig zijn met online privacy betekent níet dat je je afsluit van de buitenwereld of technologische vooruitgang. Ik hou van nieuwe technologie en gebruik die ook volop – maar wél op mijn voorwaarden. Het gaat erom dat ik zélf kan bepalen wanneer, met wie en onder welke voorwaarden ik informatie deel.

Soms is dat bewust ja zeggen, soms bewust nee. Het is het verschil tussen alles zomaar weggeven, en eerst even stilstaan bij de vraag: Is dit het waard?

Net zoals ik mijn kinderen leer hun fiets op slot te zetten, leer ik ze ook dat niet elke app, game of website onschuldig is. Hun digitale voetafdruk is net zo persoonlijk als een dagboek. En dat dagboek laat je ook niet zomaar open op tafel liggen.


Waarom ik wél iets te verbergen heb

Ik heb iets te verbergen omdat privacy niet over geheimen gaat, maar over grenzen. Mijn leven is geen open boek voor bedrijven of overheden. Ik wil keuzes maken zonder dat een algoritme me stiekem een duwtje in een bepaalde richting geeft.

Als we nu slordig omgaan met wat we delen, maken we het in de toekomst veel moeilijker om die grenzen terug te krijgen – voor onszelf én voor onze kinderen.


Slotboodschap

Privacy is geen luxe. Het is een basisrecht. En het is ook een vorm van respect – voor jezelf én voor anderen.

We hoeven niet in angst te leven, maar we moeten wél bewust kiezen wat we delen en met wie. Want elke foto, elke zoekopdracht en elke klik is een stukje van ons verhaal. En sommige hoofdstukken horen gewoon bij onszelf te blijven.


Gerelateerde artikels:

Waarom ik Whatsapp verlaat, een kritische blik op privacy, informatiebeveiliging en persoonlijke opofferingen

WeTransfer’s nieuwe voorwaarden: Tijd om over te stappen?

Mijn reis naar digitale vrijheid: Weg van big tech, stap voor stap

Share this content:

In 2006 begon ik aan mijn eerste stage, zonder te weten dat dit het startpunt zou worden van mijn carrière. Wat toen voelde als een “tijdelijke oplossing”, groeide uit tot een mooie tijd als begeleider in de sociale sector. Die ervaring gaf me vertrouwen, kansen om verder te studeren en vooral veel voldoening in het werken met en voor mensen. Eind 2023 begon ik me ook steeds meer te interesseren in online privacy en informatieveiligheid. Dat groeide al snel uit tot een echte passie. Inmiddels werk ik als Data Protection Officer (DPO) bij Topix, waar ik me inzet voor het beschermen van persoonsgegevens en het neerzetten van stevige beveiligingsmaatregelen. Daarnaast deel ik via digidummies praktische tips en kennis over digitale veiligheid, voor iedereen die zijn weg zoekt in de online wereld. Het werken in de sociale sector en de linken met privacy lijken misschien ver uit elkaar te liggen, maar samen geven ze mij een unieke blik en vooral veel plezier en voldoening in wat ik doe.

3 reacties

Verstuur reactie